23 maart 2010

Toneelgroep Amsterdam doet Zomertrilogie

Wat: Zomertrilogie. Waar: Stadsschouwburg Amsterdam. Wanneer: zondag 21 maart eind van de middag. Opmerkelijk: een ware sterrenregen en erg veel materiaal voor één toneelstuk.

De billboards hingen eerder dit jaar overal door de stad en impliceerden een drievoudig bezoek aan het theater. Dit bleek niet het geval: de regisseur van Toneelgroep Amsterdam heeft voor het gemak van de bezoeker drie avondvullende stukken tot één enkel stuk van ongeveer een drie uur en een kwartier omgesmeed. En toch blijft het stuk voor het grootste deel van de tijd onderhoudend, vermakelijk en relevant.

Artistiekerigheid? Dat valt wel mee
Ik moet bekennen een ambigue verhouding te hebben met toneel. Ik ga er niet vaak heen (ik schat zo'n twee stukken per jaar) en vind veel van wat ik zie zo over the top dat het me vooral irriteert. Acteurs -extravagante en kunstzinnige types- en regisseurs/schrijvers -quasi-diepzinnig en pretentieus- kunnen elkaar soms zo hypen dat het slechts hysterische en misgeslagen avant-gardistische stukken oplevert, alles natuurlijk wel geheel volgens de toneelconventie. Zo herinner ik me een studententoneelstuk waarbij mensen in witte pakken zeer streng kijkend heen en weer liepen over het podium op een dreunende industrial techno-plaat (hiervoor had de toneelgroep wekenlang samen hardloopsessies en "psychologisch zware" repetities gedaan), en een ander stuk waarbij twee uur lang hysterisch schreeuwende acteurs poogden de onderlinge omgang van LPF-achtige politici overtuigend over te brengen. Ik werd helemaal gek; maar goed, ook op die reactie was natuurlijk gerekend. Dik aangezet en je de boodschap door de strot duwend, ook dat kan toneel zijn.

Bij Zomertrilogie was hiervan gelukkig nauwelijks sprake. Waar elementen dik werden aangezet bleef dit functioneel: zo illustreerde het slaan met de deuren op het verder lege podium vaak op geestige wijze de manier waarop de personages met elkaar omgingen, maar werd hiervan geen fetish gemaakt. Tegen het einde liepen de acteurs zelfs gewoon om de deurposten heen, als het ware door de muur heen. En ook dat was weer geinig. Een enkel moment werd de frivole uitzinnigheid van het achtiende-eeuwse Italiaanse patriciaat wel wat erg theatraal neergezet, inclusief huppelen, malle dansjes en kinderlijke kreetjes. En nadat het derde of vierde personage met zijn lichaam plat op de grond ging liggen (om "wanhoop" te illustreren) was de nieuwigheid er voor mij wel af. Dit bleef echter beperkt en uiteindelijk lijkt het onvermijdelijk: zo is toneel nou eenmaal.

Goed acteerwerk
Opvallender vond ik het hoge gehalte aan bekende acteurs. Helemaal niet vervelend, want het acteerwerk was daarbij over de gehele lijn sterk. Hans Kesting kon zichzelf goed kwijt in de rol van Ferdinando, een dandy en allemansvriend die zijn gang gaat en de menselijk komedie om hem heen vermaakt gadeslaat. Kitty Courbois, die dit jaar vijftig jaar op het toneelstaat, had de mooie rol van de fraaiste ijdeltuit van het gezelschap, de oude bes en weduwe Sabina. Daarnaast was er goed acteerwerk van Fedja van Huet en Barry Atsma, beiden in de rol van trotse en dwaze karakters van hun tijd en positie. Bijzonder goed vond ik ook Marieke Heebink, wiens stem en lichaamstaal om te smullen was; de arrogante trots en onzekerheid was in elke vezel aanwezig. En de mooiste scene van een sowieso al sterke rol was van Karina Smulders, die in de hoofdrol van Giancinta moest kiezen tussen haar hartstocht voor de ene man, en haar woord van eer voor de ander. Wanneer haar een brief bereikt van haar heimelijke liefde, zet zij de vertwijfeling van wat ze moet doen met deze brief vertederend neer. IJsberend, gilletjes gevend, pruilend, grommend: het hoorde er allemaal bij.

Een trilogie heet het, een trilogie is het
Al met al krijgt de bezoeker met Zomertrilogie toptoneel voorgeschoteld. Italiaanse komedie, en in die zin geestig en smaakvol. Tegelijkertijd, zoals het programmaboekje ook stelt, nog steeds actueel: "het leven op krediet, de vluchtigheid van menselijke relaties, de burger herleid tot consument". En dit klopt, gelukkig zonder dat de moraal over elke scene heen gesmeerd zit.

Wel is het stuk erg lang, en met name door het lange tijdsbestek dat het beslaat: van het plannen van de vakantie, naar de vakantie, naar de terugkeer en uiteindelijke afwikkeling van het verhaal, de kijker maakt elk detail en elke dwaze ontwikkeling mee. Dit is uiteindelijk onvermijdelijk doordat het stuk een samensmelting van drie stukken is. En hoe kunstig deze omwerking ook is uitgevoerd, drie stukken hadden het wat mij betreft ook best kunnen blijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten