Stel, je bent Jan Hommen. Je bent topman bij een van 's werelds grootste banken, je bent er vrij zeker van dat je goed bent in wat je doet (die crisis was er ook wel zonder jouw aanwezigheid gekomen), je vindt jezelf een redelijk mens maar beseft je tegelijkertijd dat er in de bankentop geen plaats is voor softies. Twijfel een keer en je wordt uit je bestuurderszetel gewipt. Je gelooft in een bonussensysteem, kunt je eigenlijk geen bank voorstellen zonder bonusuitkeringen, en dat is nog niet zo'n vreemde positie want jouw bank en je concurrenten zijn al jaren geheel ingericht op het idee van extra beloning voor het halen van afgesproken doelen. Uiteraard heb ook jij dus afspraken gemaakt over een te ontvangen bonus bij goede staat van verdienste. Over 2010 kwam dat uit op €1,25 miljoen.
Het vervelende is: in 2009 ging de bank waarvoor je werkt bijna ten onder en kon hij slechts met een flinke kapitaalinjectie van de overheid overeind gehouden worden. Een redelijke interventie natuurlijk, want de ING is een systeembank en als die was omgevallen was de troep al helemaal niet te overzien geweest. Maar nu veranderen toch ineens het spel en de knikkers. Je salaris en bonus zijn contractueel geregeld, zelfs in samenspraak met een minister van financiën. Maar nu zit er ineens een andere minister van financiën en voor hem zijn die eerder gemaakte afspraken helemaal niet zo heilig. Hij zegt er niet zoveel aan te kunnen doen, maar er "ook niet zo blij mee te zijn" dat jij die bonus in ontvangst neemt; je leidt immers een bank die "aan het staatsinfuus" hangt. De Jager laat je in de kou staan terwijl een giftige menigte op je deur staat te bonzen. Bobo's, burgers, klanten, parlementariërs; ze hebben er nu allemaal even geen boodschap aan dat dit geld je gewoon toekomt op basis van gemaakte afspraken. De Jager verscherpt nog eens de toon door wetgeving aan te kondigen waarmee een dergelijke situatie wat hem betreft nooit meer zal voorkomen. Je hebt die €1,25 miljoen bijna in je handen, ook voor jou een toch niet gering bedrag en bijna een verdubbeling op je verdiensten bij ING in 2010. Maar de druk neemt toe.
En dan lezen we deze ochtend in de krant: Jan Hommen en zijn medebestuurders hebben besloten afstand te nemen van hun bonus over 2010. Een bijna-unicum! Een bankbestuurder die terugkomt op een eerdere positie, een bankier die een inschattingsfout toegeeft! In de Volkskrant zegt Hommen 'onvoldoende [te] hebben ingeschat welk signaal van de beloning uitgaat naar de Nederlandse samenleving'. De grimmige, niet langer zwijgende meerderheid van het land zal bij deze woorden wellicht de neiging hebben om deze man voor wereldvreemd uit te maken, om het triomfantelijke lachje van de zoete vergelding eens goed te proeven: weer een bankier terug naar zijn hok gestuurd!
Toch zou dat een weinig constructieve reactie zijn. Jan Hommen et al. verdienen onze waardering voor het terugkomen van een onhoudbaar geworden positie. En dat is een belangrijke sociale daad, een stap dichter naar de samenleving. Ze hebben ten koste van enkele miljoenen persoonlijke inkomsten ruiterlijk hun inschattingsfout erkend, een daad die niet iedereen, jij, ik, of een bankier, licht zou vallen. Een discussie over of een salaris of bonus terecht verdiend is, is altijd een moeilijke. Wat is terecht, wat zijn de criteria, en waar zit de grens? Wat in alle gevallen echter mee dient te spelen in deze weging is dat beloning zich niet alleen verhoudt tegenover je prestaties maar ook tegenover je omgeving. Dat de ING-top dit erkent, kan alleen maar als een grote stap vooruit worden beschouwd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten