De volgende morgen. Ik heb er echt geen minuut minder van geslapen, al die verkiezingsperikelen. Maar nu een nieuwe dag begint en ongeveer alle stemmen zijn geteld begint de moeizame taak de resultaten te duiden. En hoe zullen we het zeggen... Tsja, het kan niet anders dan genuanceerd, met mitsen en maaren: sommige dingen zijn overduidelijk geworden, en andere blijven wat minder duidelijk.
Meest in het oog springend zijn in elk geval de winst van de PVV en het verlies van het CDA. Minder zichtbaar zijn de nieuwe scheidslijnen van ons land anno 2010: progressief-conservatief en sociaal democratisch-liberaal.
Opkomst PVV, verlies CDA
Erg ben ik er niet van geschrokken, die winst van de PVV. Ik had al verwacht dat ze flink zouden stijgen. Hun nieuwe natuurlijke positie, zo stelde Maarten van Rossem enige maanden geleden al in het Historisch Nieuwsblad, ligt rond de 15% die ook deze keer is gehaald. Toch blijf ik het erg vinden dat zoveel mensen zich zijn goedkope visie van Nederland en oplossingen voor Nederlandse problemen laten aansmeren, en dat zoveel mensen islamieten kennelijk als minderwaardig zien. Want laten we eerlijk zijn, je gaat niet stemmen op de PVV omdat je de zorg beter wilt zien, toch? Voor een moslim zijn deze verkiezingen wel weer een periodieke testcase van waar ze door een substantiële minderheid niet gewenst zijn en dus niet het allergezelligst kunnen wonen. Amsterdam, Utrecht en Groningen blijven als vanouds tolerant en gastvrij. Andere grote steden zitten rond het gemiddelde. En niet helemaal onverwacht kun je als moslim maar beter niet wonen in Heerlen (29% PVV), Maastricht (23%), Venlo (30%), of Kerkrade (36%). Limburg heeft zich wederom getoond als de conservatieve onderbuik van ons land.
Eveneens duidelijk is dat een kort tijdperk van christelijke democratie definitief weggestemd en afgelopen is. Duidelijk mag je dat toch wel noemen, als CU-voorman Rouvoet het precies zo stelt en het CDA in één keer bijna gehalveerd is. Balkenende is afgetreden en een periode van partijstrijd en gekonkel zal nu aantreden. Partijprominent en bouwlobbyist Elco Brinkman laat er geen gras over groeien en meldt zich deze ochtend aan voor het interim-partijleiderschap. De christelijke partijen tezamen vertegenwoordigen nu nog maar net meer mensen dan de PVV, en nog geen vijfde van de bevolking. De nieuwe politiek is seculier.
Moeilijker te duiden
Wordt de nieuwe richting nou sociaal-democratisch, of uitgesproken liberaal? De VVD heeft dan net iets meer zetels dan de PvdA binnengehaald. De PvdA heeft echter duidelijk last van afvloei naar de andere solidariteitspartijen (SP en GroenLinks). Bij de VVD is het liberale effect in minder duidelijke mate aanwezig met de PVV. De VVD associëren immers veel mensen met gezond financieel beleid en economische ontwikkeling, terwijl de PVV eerder met economisch protectionisme samenvalt. Op het gebied van veiligheid hebben de partijen weer meer raakvlakken. Ik vermoed dat Nederland langs deze lijnen afhankelijk van de economische situatie schuift tussen sociaal en liberaal. Tegelijkertijd speelt er nu natuurlijk meer dan het oplossen van de crisis van dit moment. Er moeten spoedig beslissingen genomen worden over de verzorgingsstaat van de komende tien, twintig jaar. Voor velen is dit dan ook een bepalend moment: wat voor samenleving van de toekomst kiezen we? Leggen we de nadruk op zorgen voor iedereen (PvdA) of op zelfstandigheid en marktwerking (VVD)? Mensen kiezen bij de uitdaging van de toekomst hun ideologie en leider om de problemen aan te pakken. Kennelijk gaan die ideologieën voorlopig nek aan nek.
Ook de verdeling conservatief-progressief is sterk gepolariseerd. Aan de ene kant is daar de PVV met sociaal-nationalistische standpunten: dit is óns land, wij bepalen hoe we het hier willen, en dat is: met weinig verandering. Dit standpunt heeft de neiging de werkelijkheid niet te erkennen en de zaken te versimpelen. Dit is het laagopgeleide Nederland. Daartegenover de progressief-internationale politiek van D66 en GroenLinks. Zij geloven in een sterk Brussel, veel samenwerking, groei door samenwerking met het buitenland, en een stevige ontwikkelingsagenda voor derde wereldlanden. Deze twee partijen zijn overweldigend voor hoogopgeleiden; zij hebben een duidelijk beeld van fatsoen en de gewenste maatschappij, maar vertonen de neiging de grieven van de conservatieve kiezer niet echt serieus te nemen. Dat is ook moeilijk voor een hoogopgeleide, want conservatieven blèren volgens hun maar een eind de ruimte in en doen aan (onwenselijke) symboolpolitiek.
Conclusie: Nederland wordt een zeer moeilijk te besturen land de komende vier jaar. Ik ben blij dat ik het niet hoef te doen. Conclusie twee: er valt misschien wel niets te duiden. Nederland is geen eenheid maar een optelsom van steeds verder uiteenlopende meningen. Conclusie drie: Mijn voorkeur heeft een paars-plus coalitie (VVD-PvdA-GL-D66), alhoewel het maar afwachten wordt of de VVD daar wel zin in heeft. Andere mogelijkheid is een nationale eenheidscoalitie (VVD-PvdA-CDA), alhoewel veel mensen zich dan zullen afvragen wat de CDA alwéér in de regering doet. We maken ons geen zorgen en wachten af, met enkele regels van de Groningse dichter Kopland:
Het is dus beter het woord problemen niet te gebruikenwant de problemen die er zijn en er niet zijnzijn dezelfde.
Zo zou ik kunnen doorgaan tot ik ophoud.
Daar is veel voor te zeggen, niets daarna.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten